Vanuit onze verzamelde fragmenten leiden we af, wat we reeds grotendeels wisten, dat de moderniteit een periode was van immense innovatie en vernieuwingen. Vooral op sociaal-, pedagogisch-, architecturaal- en mobiliteitsvlak liet de moderniteit zijn stempel achter. Tevens zien we dat al deze vernieuwingen een duidelijke verbintenis hebben met elkaar.

Zo zien we dankzij een uitbreiding van de bakkerij in de Volksstraat ook een uitbreiding van de sociale zekerheid bij de liberale bond in Antwerpen, waardoor niet enkel mannen, maar ook vrouwen en kinderen recht kregen op ziekenzorg. De verdere uitbouw van sociale zekerheid zien we niet enkel bij gratis hulpverlening bij ziekte, maar ook bij de oprichting van de eerste sociale huisvestingsmaatschappij in Antwerpen, De Goede Woning.

Daarnaast wordt ook op pedagogisch vlak vernieuwing gezocht. Tijdens de moderniteit zijn heel wat nieuwe onderwijsvormen ontstaan, zoals die van Rudolf Steiner. De aanleiding hiervoor was de ontevredenheid over de aanpak in het onderwijs in de 19e eeuw. Bij deze vernieuwende pedagogische methoden staat het kind en vrijheid centraal. Dit hangt ook samen met de wetenschap die verder uitbreidde, waardoor veel nieuwe visies op de mens ontstaan zijn.

Vervolgens wordt ook de mobiliteit sterk uitgebreid, met in Antwerpen de paardentram en de trein als belangrijkste vervoersmiddelen. Het werd steeds toegankelijker voor de modale burger om zich buiten de eigen omgeving te verplaatsen. Door de toegenomen mobiliteit kwam er alsmaar meer interesse in het leven buiten de eigen leefwereld. Dit zien we ook tijdens de wereldtentoonstellingen die georganiseerd werden in Antwerpen, waar bezoekers in grote getale op af kwamen dankzij onder andere de sensatie rond het Congolese dorp en Oud-België op de expo van 1930. Naast de groeiende trend van exotisme en puur entertainment merken we op de expo van 1930 ook dat architectuur een grote rol speelde.

START
Ook op architecturaal vlak is de moderniteit tot op heden zichtbaar in Antwerpen. Zo is er de Boerentoren, op dat moment de hoogste wolkenkrabber in Europa, die gebouwd werd door Emiel Van Averbeke voor de wereldtentoonstelling in Antwerpen van 1930. In de tentoonstellingswijk op het Kiel zijn ook restanten te vinden van deze periode, zoals de twee bruggen aan het Tentoonstellingspark, tevens gebouwd door Van Averbeke. Laatstgenoemde heeft ook het mozaïek ontworpen dat nog steeds te bezichtigen is op de voorgevel van het vroegere liberale volkshuis Help U Zelve, wat nu een Steinerschool is. De rest van dit gebouw in art nouveau-stijl is volledig ontworpen door Jan Van Asperen, die tevens de spoorwegbedding ontworpen heeft rond het centraal station. Tot slot zijn er ook enkele kleine details van de moderniteit zichtbaar in het huidige straatbeeld, zoals de schoenschrapers in de gevels die ontworpen zijn omwille van de vuile straten in de 19e eeuw.

Bij het grasduinen in de archieven, doken er steeds meer zaken op die een duidelijke connectie hebben met elkaar. Zo was architectuur altijd aanwezig als de omgeving waarin veranderingen plaats vonden. Dat zien we in de werken van stadsbouwmeester Emiel Van Averbeke, wiens architecturale werken een rol speelden op sociaal- en pedagogisch vlak. Voorbeelden zijn het mozaïek op de gevel van het Liberale Volkshuis, datzelfde Volkshuis dat later de Steinerschool wordt en het paviljoen van de Oud-Vlaamse Kunst voor de expo van 1930 dat na de expo de functie krijgt van Stedelijke Normaal- en Oefenschool.

EXPOSE