START
De eerste Belgische wereldtentoonstelling werd georganiseerd in 1885 en was gericht op technische vernieuwingen en de kolonies. Naar aanloop van deze expo werden delen van de stad zoals de stadsomwalling en scheldekaaien platgegooid om plaats te maken voor de paviljoenen. Reacties op de eerste Antwerpse expo waren te vergelijken met de reacties op ’s werelds eerste wereldtentoonstelling in 1851 in Londen. Er heerste een overdonderd gevoel bij zowel de bezoekers als de stedelingen. Dit uitte zich in een collectieve fierheid wat het gemeenschapsgevoel versterkte (De Maeyer, 2016).

Amper één decennium later, in 1894, mocht Antwerpen opnieuw een wereldexpo houden, wat de Antwerpse trots weer aandikte. Toch vreesde men tentoonstellingsmoeheid, aangezien het gegeven van een wereldtentoonstelling al niets nieuws meer was. Het vorige programma moest plaats ruimen voor een meer gevarieerde variant. De expo werd ‘één grote kermis’ met twee hoofdattracties. ‘Oud-Antwerpen’, een reconstructie van het 16de-eeuwse Antwerpen, moest inspelen op de nostalgische gevoelens van de Antwerpenaren en diende als een toevluchtsoord van rust uit de drukte van de expo. De tweede attractie was de reconstructie van een Congolees dorp dat inspeelde op de trend van het exotisme. Honderden Congolezen werden naar België gehaald en tentoongesteld in deze ‘human zoo’. In het algemeen waren de reacties op deze attracties erg positief. Er heerste een constante feestsfeer (De Maeyer, 2016).

De derde en voorlopig laatste Antwerpse wereldtentoonstelling vond plaats in 1930 op de 100ste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid (26 april tot 4 november 1930). Deze gelegenheid spoorde aan tot grote feestplannen, waardoor twee Belgische steden in 1930 gelijktijdig een wereldtentoonstelling hielden. Naast de expo van Antwerpen, waar de focus vooral lag op kolonies, vervoer, scheepvaart en Vlaamse kunst, organiseerde Luik ook een expo gericht op de nijverheid en industrie. De twee expo’s konden rekenen op heel wat tegenspoed. Leden uit het Antwerpse stadsbestuur vonden vanuit een Vlaams-nationalistisch standpunt dat een expo niet mocht dienen om de onafhankelijkheid te vieren. Ook de niet Vlaams-nationalisten waren niet overtuigd van het potentieel en de omvang en vonden twee expo’s in hetzelfde jaar overdreven (De Maeyer, 2016).

Toch werd de expo in Antwerpen initieel met trots ontvangen door de Antwerpenaren, aangezien zij al voor de derde keer de eer kregen om een wereldtentoonstelling te organiseren (De Maeyer, 2016).

‘Oud België’ werd het vervolg op ‘Oud-Antwerpen’ en moest diezelfde nostalgie emuleren voor een breder publiek. Dit ‘Oud België’ was niet gewoon een reconstructie maar een heus antidotum voor verveling.
Belgische wereldtentoonstellingen kregen de allure van een pretpark. Er was sprake van een verschuiving; van het demonstreren van de vooruitgang naar pure entertainment voor de modale Belg, en dus niet langer enkel voor de gegoede burgers. Op deze laatste expo kwam veel kritiek vanwege het amusementskarakter en het misbruik van het ‘droomwereld statuut’ dat expo’s hadden. Expo’s werden plaatsen waar de burgers werden ‘uitgebuit’ door kansspelen, etc. (De Maeyer, 2016).


WERELDEXPO


1930
TENTOONSTELLINGS-
WIJK KIEL
VAN AVERBEKE
Noot. Herdrukt van “Wereldtentoonstelling : Oud België, Antwerpen 1930 [Foto].“ Felix Archief, (z.d.-c). Geraadpleegd van https://felixarchief.antwerpen.be/detailpagina?invnr=FOTO_62943&dtnr=1224_62&dtrecordid=164486&page=1&pageSize=10&type=copy
Noot. Herdrukt van “Wereldtentoonstelling “Village Africain” 1930 [Foto].“ Felix Archief, (z.d.-d). Geraadpleegd van https://felixarchief.antwerpen.be/detailpagina?invnr=FOTO_12936&dtnr=1224_62&dtrecordid=151513&page=1&pageSize=10&type=copy
VILLAGE AFRICAIN | OUD BELGIE